Al sprak ik alle talen,
als ik de liefde niet had
hadden mijn woorden geen waarde.
Al kende ik alle geheimen,
al wist ik alles wat er te weten valt,
als ik de liefde niet had
was ik niets waard.
Al verkocht ik alles wat ik had
om arme mensen te helpen,
als ik de liefde niet had
stelde het niets voor.
De liefde is geduldig.
De liefde is vriendelijk.
De liefde is niet jaloers of trots.
Ze is niet grof en schept niet op.
Ze laat zich niet boos maken en wil geen wraak.
De liefde is verdrietig om wat verkeerd loopt,
ze is eerlijk en zoekt altijd naar de waarheid.
De liefde gelooft alles,
ze leeft van de hoop
en ze geeft nooit op.
Geloof, hoop en liefde,
daar gaat het om in het leven.
Maar de grootste van die drie
is de liefde.
(naar 1 Korintiërs 13, 1-13, uit Kinderbijbel, D.A. Cramer-Schaap, aanvulling Lieke van Duin, 2017, blz. 427, tekstaanpassing door Pradip Smagge, 14 februari 2020)