In het kerkelijk huwelijk verbinden twee geliefden elkaar in een verbond van trouwe liefde. De voorganger, de getuigen, de familie en aanwezigen mogen getuigen zijn van deze heilige verbintenis. Het sacrament van het huwelijk wordt door de twee geliefden aan elkaar gegeven in hun wederzijdse ja-woord.
Lange liefde is een touw, zevenmaal getwijnd.
uit het lied ‘En het werd avond en morgen’ (tekst: Huub Oosterhuis / muziek: Thom Jansen)
Vroeger bond ik als voorganger net voor de huwelijkssluiting de handen van de geliefden aan elkaar met mijn regenboogsjaal als uiterlijk teken van hoe ze innerlijk aan elkaar verbonden worden door dit huwelijkssacrament. De regenboog verwees naar het verbond van liefde tussen mensen en God en tussen mensen onderling.
Nu met Corona moeten we afstand houden en kan ik dus mijn stola (regenboogsjaal) niet meer gebruiken om rond de handen van de geliefden te binden. Maar ik vraag nu iemand van hun sociale bubbel om de rode draad (die op het altaar klaarligt) te nemen en rond hun handen te binden. Zo mag liefde de rode draad zijn doorheen hun leven. Bij het uitspreken van hun ja-woord een mooie extra symboliek. Die rode draad krijgen ze uiteraard mee.
Dat liefde als een rode, krachtige draad door hun leven loopt.