Priester Pradip

Heb je mij lief?

Bij de 3e Paaszondag jaar C

Tot driemaal toe vraagt Jezus aan Petrus: “Heb je Mij lief?” Tot driemaal toe antwoordt Petrus: “Heer, Je weet dat ik Je bemin…” Ogenblikkelijk denken we terug aan de verloochening van Petrus,… na de derde maal kraaide de haan. In dit verschijningsverhaal krijgt Petrus van Jezus de kans om het terug goed te maken, voor elke verloochening staat een duidelijkere bevestiging: “Heer, Je weet dat ik Je bemin.”

Petrus de rots waarop de eerste kerk werd gebouwd, was ook de rots die wankelde bij de gevangenneming van Jezus, was ook de struikelsteen, de zware steen van angst en twijfel… met zo’n figuur durfde Jezus het aan, Jezus maakte hem tot opvolger, herder van zijn kudde. Petrus werd de eerste herder na Jezus van de kudde volgelingen, de eerste Jezusbeweging die al weldoende en broodbrekend zijn Blijde Boodschap verkondigde.

Jezus stelt Petrus op de proef. Hoever gaat jouw liefde? Hoe sterk geloof je in mij? Hoe groot is jouw vertrouwen in mij? Vragen die Jezus ook aan ons stelt, als wij zijn volgelingen willen zijn, als wij in zijn voetsporen willen treden, is dat dan volledig, onvoorwaardelijk?

De vraag ‘Hou je van mij?’ wordt al te vaak beantwoord met ‘Ja, je weet dat toch…’ In een echte liefdesrelatie is het goed af en toe je liefde uit te spreken, te bevestigen, om niet in automatisme te vervallen, om je liefde fris te houden…

Hierbij moet ik denken aan een scène uit de musical “Fiddler on the roof” waarin Tevye aan zijn vrouw Golde vraagt ‘Do you love me?’ en zij een hele opsomming maakt van al wat zij voor hem doet en dat het een dwaze vraag is want ze is zijn vrouw, ze wast en plast, leeft met hem. Zij vindt de vraag ‘Do you love me?’ overbodig geworden… De slotzin van het lied zingen ze samen: “Het verandert er niets aan, maar toch is het goed om na vijfentwintig jaar te weten dat we van elkaar houden.”

Om te weten dat je van de ander houdt en de ander van jou is het goed om het af en toe te tonen en zelfs te zeggen. Jezus stelt die vragen dus niet aan Petrus om zijn eigen ego te strelen, maar om Petrus de kans te geven zich terug te verzoenen om zijn verbondenheid met Jezus te bevestigen. Jezus wil weten of Petrus van Hem houdt.

Liefde heeft alles met weten te maken, zeggen we niet: zij zijn in kennis met elkaar… Weten dat je geliefd bent en dat je kan beminnen maakt een mens sterker, doet hem leven. De bijbel draait rond het doen leven van mensen, hen door liefde te wekken…

Door de liefde die we van Jezus ontvangen kunnen wij herder zijn, krijgen wij de kracht en de wijsheid om voor elkaar te kunnen zorgen. Petrus, maar ook alle volgelingen, leerlingen van Jezus, zijn geroepen om te herderen, om te gidsen, om zorg te dragen. Laten wij in liefde herderen, zorgen voor de kudde die ons werd toevertrouwd.