Priester Pradip

Werkwoord ‘kerken’

Bij de 5e zondag door het jaar C

Dit weekend staat in het teken van kerkopbouw. We worden opgeroepen om even stil te staan bij het feit dat we allen moeten werken aan onze kerk. Daarbij gebruiken we dus een nieuw werkwoord: kerken. Ik kerk, jij kerkt, wij kerken, we hebben gekerkt. Kerk is meer dan het gebouw, het is de gemeenschap van gelovigen die samenkomt om het leven te vieren, om God te danken, om te werken aan een beter samenleven. Kerk is beweging, het is de beweging verderzetten die Jezus ons heeft gebracht, een beweging van liefde voor alles en allen.

Ik spreek graag over de Jezusbeweging, dat woord geeft duidelijk weer dat het op de eerste plaats gaat om Jezus en dat het ook over dynamiek gaat, over beweging. Wanneer je over de kerk spreekt denken mensen aan een oud gebouw, of aan het logge instituut, of aan alles wat ‘de kerk’ zegt en leert… Kerk komt nochtans van ‘ecclesia’, van ‘de vergadering van gelovigen in Jezus Christus’….

Jezus heeft geen kerk gesticht, Hij heeft wel mensen geroepen om de blijde boodschap handen en voeten te geven, om vissers van mensen te worden en aan te kondigen dat het Rijk van God nabij is. Jezus heeft mensen rond zich verzameld om een beweging op te starten die Gods liefde in woord en daad bij zoveel mogelijk mensen wilde brengen.

In het evangelie werft Jezus mensen aan om te werken in zijn dienst. Jakobus, Johannes en Petrus vonden de job van hun leven, ze lieten hun boten achter en weg waren ze, mee met Jezus. Gedaan met het visserswerk op het meer van Gennesaret, vanaf nu mochten ze samen met Jezus mensen vangen voor de blijde boodschap dat er een God is die liefde is en met mensen begaan is, die ons wil vullen met vreugde en leven in overvloed. Het sollicitatiegesprek was heel kort. Jezus vraagt aan Simon te varen naar dieper water en daar zijn netten uit te gooien, Simon doet het ogenblikkelijk want Hij gelooft Jezus op zijn woord. Meer is er niet nodig, geloven in het woord van Jezus, en daar dan ook alles voor over hebben.

Tot op vandaag zijn er vele christenen die op Jezus’ woord zijn ingegaan, die veel hebben opgegeven om zich volledig in te kunnen zetten voor die blijde boodschap. Priesters, diakens, paters en zusters, parochieassistenten en de ontelbare vrijwilligers; allen hielpen en helpen nog steeds mee aan kerkopbouw.

Ons kleine landje telt 4296 kerken. Door het krimpend aantal kerkgangers komen veel van die oude gebouwen leeg te staan en wordt er gezocht naar overname of herbestemming. Enthousiaste gelovigen worden daar niet depressief van, zij blijven aan kerkopbouw doen, zij blijven werken aan dynamiek, aan beweging in de geest van Jezus. Jezus had geen kerkgebouw nodig, wel enthousiaste medewerkers om vissers van mensen te zijn, medewerkers met een groot vertrouwen dat een wonderlijke visvangst mogelijk is…