Priester Pradip

Layla en Majnun

Het woordje ‘mystiek’ ruikt misschien naar zweverig en los van de dagelijkse werkelijkheid. Voor mij is het dat niet. Ik geloof in de liefde. En laat het nu net de liefde zijn die ons verheft en iets van de hemel in zich draagt. Liefde doet ons op een andere manier in het leven staan. God is liefde, de Geliefde en wij zijn zijn beminden. In die liefdesrelatie zoeken we elkaar, zoeken we naar vereniging. In de mystiek wordt dan verwezen naar het mystieke huwelijk, het Hieros gamos (heilig huwelijk). Het is zoals Johannes van het Kruis in 1578 schreef in zijn gedicht Donkere nacht: ‘O nacht die hebt verenigd Beminde met beminde, beminde, opgegaan in de Beminde!’ Of zoals Rumi het beschreef in Kwatrijn 325: ‘Overvallen heeft ze mij, de Liefde. Zoals het bloed stroomt ze door mijn aderen. Ze heeft mij ontruimd van mijzelf, mij vervuld van de Beminde. De Beminde heeft elk deeltje van mijn wezen ingepalmd. Er blijft van mij slechts een naam over. Al het andere is Hij.’

Het beroemde oosterse liefdesverhaal van Layla en Majnun (7e eeuw na Chr.) bevat alle elementen van een tragische romance, maar is zeker tijdloos geworden door de diepere betekenis van het verhaal. In het verlangen naar elkaar, een verlangen dat door de buitenwereld gedwarsboomd wordt, herkennen mystici het verlangen naar de Beminde, maar herkennen ze ook de hinderlagen van de zichtbare wereld, het ontoereikend zijn van de woorden en het besef van de eindigheid in het licht van de eeuwigheid. Elke godzoeker lijkt een dwaas voor de buitenwereld en wordt niet begrepen. Zo vergaat het ook Majnun (de gek) die in zijn verlangen naar zijn onbereikbare Layla tijdens zijn absolute eenzaamheid zijn liefde uitzuivert. Hij komt los van woorden, hij komt los van de vorm. Zijn liefde voor Layla is zo puur geworden dat hij haar wordt en zij hem geworden is, niet langer twee, maar één. De bewerking van het verhaal door de Perzische dichter Nizami (12e eeuw na Chr.) eindigt met deze woorden: ‘Twee geliefden wachten in dit graf op hun opstanding uit deze donkere schoot. Trouw, waarachtig in hun liefde, waren zij gescheiden, in een tent in de wereld hierboven zullen zij samenzijn.’

Het wereldoratorium ‘Layla en Majnun of de mystieke liefde’ van Armand Amar bevat naast de prachtige wereldmuziek ook gezongen gedichten van Nizami, Jami en Rumi. Klik op de albumhoes om de integrale vertaling te lezen van het Franse tekstboekje dat bij de cd zit.