Priester Pradip

Kruidenwijding 2020

Bij het Hoogfeest Tenhemelopneming van Maria, kerk Damme

Jacob van Maerlant voltooide hier in Damme in het jaar 1270 zijn boek ‘Der naturen bloeme’ (het mooiste/het beste uit de natuur). De middeleeuwse mens beschouwde de wonderen in de natuur als het scheppingswerk van God. Voor God is niets onmogelijk en zo lezen we in het biologieboek van Jacob van Maerlant over zeemonsters, eenhoorns en zeemeerminnen. Naast deze wonderlijke zaken schreef hij vooral over de natuur ‘nutscap ende waer’, nuttige en ware dingen. De natuur is door God aan de mensen gegeven om de mens tot dienst te zijn. De natuur was voor de middeleeuwse mens eerder nuttig dan mooi. Wij zeggen: ‘Kijk wat een mooie bloemen!’, terwijl een middeleeuwer zou zeggen: ‘Wat kunnen wij doen met deze bloemen, zijn ze vergif of kunnen ze ons genezen?’ In de inleiding van ‘Der naturen bloeme’ staat duidelijk:

Een ieder die zich ergert aan fabeltjes
of moe wordt van nutteloze leugenpraat,
kan hier lezen over nut en waarheid –
en zal dan begrijpen dat de natuur
niets voor niets heeft gemaakt.

Alles is wel ergens nuttig voor, God schiep niets zonder zin. Met de traditie van de kruidenwijding willen wij op de eerste plaats dank zeggen aan God om de wonderen in de natuur en Hem vragen om zegen en bescherming.

Het verhaal gaat dat enkel mensen die twijfelden aan de tenhemelopneming van Maria op zoek gingen naar het graf om haar lijk te vinden. Zij vonden het graf en openden het. Wat vonden zij? Geen lijk, maar welriekende kruiden en bloemen! Deze legende is vaak door kunstenaars op doek geschilderd, zoals hier in deze kerk het schilderij van Jan Maes (ca. 1630) dat vroeger behoorde tot het retabel boven het hoofdaltaar, maar zich nu in de rechterzijbeuk bevindt.

De tenhemelopneming van Maria spreekt over de kracht van het leven waar het verderf van de dood geen vat op heeft. Geen verderf, maar volheid van leven in een weldaad van geurige kruiden en bloemen.

De samenstelling van de kroedwusj, (een bosje ‘wusj’ van kruiden ‘kroed’), het boeket veldkruiden, verschilt van streek tot streek en wat voorhanden is. Wel gaat het om 7 onderdelen: hazelnotenblad, bijvoet, boerenwormkruid, leverkruid, duizendblad en twee verschillende graanhalmen (bv. haver en gerst). Het gaat om genezende kruiden, kruiden die beschermen tegen donder en blikseminslag en voedende gewassen. Samenvattend bidden we om zegen over de kruiden en denken we dus daarbij vooral aan onze gezondheid, bescherming en voeding.

Kruidenwijding (gebed naar het Rituale Romanum)

God van liefde, Schepper van alle dingen,
zichtbare en onzichtbare,
die niets voor niets hebt gemaakt,
zegen deze kruiden, gegroeid uit de aarde
om mens en dier tot nut te zijn.
U hebt deze kruiden en gewassen laten groeien en bloeien
elk naar hun geur en kleur, hun eigen aard en vruchtbaarheid.
Elk kruid heeft een andere taak,
hetzij tot voedsel te dienen of om op smaak te brengen,
hetzij als medicijn vol genezende krachten
of als bescherming tegen ziekte en onheil.
Wij vragen U deze verschillende soorten kruiden,
veldbloemen en graangewassen
in uw goedheid te zegenen zodat ze,
bovenop hun door U geschonken natuurlijke kracht,
door uw zegen vervuld mogen zijn met uw liefdevolle genade.
Mogen ze zo in uw naam gebruikt worden voor mens en dier
en een bescherming bieden tegen alle ziekte en onheil. Amen.