Priester Pradip

Eenvoud siert

Bij het Hoogfeest Tenhemelopneming van Maria 2020

De naam ‘Magnificat’ komt uit de Latijnse versie van de lofzang van Maria: ‘Magnificat anima mea Dominum’, of ‘mijn ziel verheerlijkt de Heer’. Verheerlijken, verheffen, groot maken, prijzen en loven, het zijn werkwoorden die passen bij gelovigen die met een eenvoudig hart eerlijk en oprecht omgaan met God.

In Jezus’ tijd waren er heel wat spirituele groepen aanwezig, denk maar aan de Essenen, maar ook van de anawim. Over deze anawim mogen we het hebben bij onze bezinning op het feest van Maria. Anawim, letterlijk, de armen, zij die weinig tot niets hebben, maar ook figuurlijk de armen, de kleinen, diegenen zonder rechten, aan de rand van de maatschappij, de verstotenen, waar machtigen op neerkijken.

Maar niet in de ogen van God, God ziet hen in barmhartigheid en neemt het voor hen op zoals het klinkt in hun strijdlied, jawel, het Magnificat, nu gekend als de lofzang van en door Maria, maar in oorsprong het strijdlied van de anawim, de armen, de eenvoudigen van geest. In het Magnificat richt de aandacht van God zich naar ‘zijn minste dienares’, letterlijk iemand van ‘lage toestand’. Zo vertaalt men doorgaans het Hebreeuwse ‘anawim’.

In letterlijke vertaling zou je hen ook kunnen beschouwen als de ‘gebogenen’. Dit ‘gebogen’ gaan van de anawim heeft een dubbele betekenis. Het wijst vooreerst op een ‘gebogen, gebukt’ gaan onder de macht van andere mensen. Dat is het lot van hen die slachtoffer zijn van religieuze, materiële, economische, sociale en politieke onderdrukking. Daarnaast heeft ‘anawim’ ook een religieus-spirituele betekenis. Het is de houding van mensen die ‘het hoofd buigen voor God’, zij die in hun levenshouding op God gericht zijn. Het is trouwens een mooie gebedshouding ‘het hoofd buigen’. Beide betekenissen kunnen goed samengaan. In een situatie van onderdrukking en uitbuiting voelt men soms goed aan wat God wil: God wil dat mensen ‘rechtop’ kunnen staan, tot hun recht kunnen komen. De maatschappelijke consequentie van zo’n geloof is wel heel duidelijk.

Laten wij net als Maria eenvoudig in het leven staan. Het siert Maria dat zij oog had voor de eenvoudigen en eenvoudig bleef onder de grote dingen die God aan haar heeft gedaan. Haar eenvoud siert haar. God heeft haar de hoogste eer bewezen, want de hemel begint daar waar mensen elkaar groot maken, dat zij niet langer gebogen of gebukt gaan, maar als bevrijde kinderen van het licht leven in het licht van God.