Vier voeten stevig in het zand geplant, de zeewind door hun haren, zo staren verliefden naar elkaar maar ook de verte in. Zo wijds de horizon van de zee, zo ook de toekomst die hen beiden wacht.
En zij ademen de longen vol zuivere zeelucht, zij voelen de warmte van de dalende zon op hun tintelende huid. Wat is het leven mooi, wat maakt de liefde de dagen vol, zij geeft zin aan het bestaan.
De geliefden zien hoe de golven het strand kust, hoe de branding een spel van geven en nemen is, hoe de zon de zee een nachtzoen geeft.
Zij zien in elkaars ogen de rode gloed die stilaan verdwijnt, hoe de nacht de zee nog mysterieuzer maakt, en hoe zij erop vertrouwen elkaar ook elke morgen helder in de ogen te zien.
Zo willen zij voor elkaar zijn, een ja-woord en verbondenheid, een leven lang, een zee van liefde, liefde zoveel als de korrels zand op het strand, als de vele waterdruppels die samen de zee zijn…