Bij de 33e zondag door het jaar (A-cyclus)
‘Omdat je betrouwbaar was in het beheer van een klein bedrag,
zal ik je over veel meer aanstellen.’ (Matteüs 25:21 NBV21)
Een talent was in die tijd geen klein bedrag,
deze staat ongeveer gelijk aan de waarde van 34 kilo goud.
Iemand een idee hoeveel euro dat is?
De actuele goudprijs is 58,57 euro per gram.
Een talent zou op vandaag dus 1.991.380 euro waard zijn.
Een enorm bedrag dat in deze vergelijking
een enorme verantwoordelijkheid met zich meebracht.
In de vergelijking gaat het over het koninkrijk van de hemel
en of je wil meewerken aan de opbouw daarvan of niet.
Wie zich ervoor inzet, zal beloond worden,
wie zich afzijdig houdt, wordt uitgesloten
en blijft in de duisternis achter.
De vergelijking van de talenten is ons welbekend
en roept ons op om te handelen, om risico’s te nemen,
om al onze talenten in te zetten en niet te verbergen.
Het geeft ons verantwoordelijkheid,
maar ook het vertrouwen dat wie goed doet goed ontmoet.
Wie angstig is voor de toekomst,
bang is om te mislukken
of verlamd wordt door de gedachte aan het krijgen van straf,
die heeft geen leven en zal inderdaad niet deelnemen
aan het feest in het koninkrijk van de hemel.
De vergelijking is vooral ook een uitnodiging om betrouwbaar te zijn
en om op een goede manier om te gaan met wat je gegeven werd.
Wij zijn allemaal kostbaar in de ogen van God,
God gelooft in ons, Hij heeft in ons het volle vertrouwen.
Wij mogen dit vertrouwen niet beschamen,
maar voluit en bevrijd leven vanuit de gedachte
dat wij geliefd zijn door de God van alle leven.
In het eerste testament van de Bijbel staat veelvoudig geschreven
dat wij een kostbaar bezit zijn van God.
De profeet Jesaja spreekt Gods woorden:
‘Jij bent zo kostbaar in mijn ogen, zo waardevol,
en ik houd zo veel van je.’ (Jesaja 43:4 NBV21)
Petrus schrijft in zijn brief:
‘Wat verborgen ligt in uw hart, in een zacht en stil gemoed,
is een onvergankelijk sieraad dat God kostbaar acht.’
(1 Petrus 3:4 NBV21)
Laten wij ons hart en gemoed vullen met liefde en vertrouwen,
want dat is kostbaar en onvergankelijk,
dat is van onschatbare waarde voor God.
Laat me eindigen met een stukje poëzie
naar de dichter Rabindranath Tagore (1861-1941),
uit Wijzangen nummer 35:
‘Waar de geest zonder angst is,
waar de kennis vrij is, de wereld grenzeloos is,
waar woorden opwellen uit de bron van de waarheid,
waar liefde door U wordt gevoed in woord en daad,
God, laat mij ontwaken in die hemel.’