Priester Pradip

Om zout en licht te zijn

Bij de 5e zondag (door het jaar A)

Behalve in het woord “tevreden” is “te” nooit goed. Teveel zout is slecht voor de gezondheid. Jeroen Meus mag dan in zijn dagelijkse kost kwistig zijn met zout, met minder zal het ook wel gaan. Met een klein beetje zout kan je een gerecht al op smaak brengen, je hebt er echt niet veel van nodig. Ontbreekt het zout, je zal het wel proeven. Het is hier zeker geen les “koken met Jezus”, maar Jezus verwijst naar dagdagelijkse dingen om zijn ideeën uit te leggen.

Jezus vond de kwaliteit van zijn volgelingen belangrijker dan hun aantal… Ze hoeven niet met veel te zijn, het is wat ze teweeg brengen dat belangrijk is. Een beetje gist in het deeg, een beetje zout om op smaak te brengen. Niet veel, maar wel krachtig. Waar christenen overdrijven door bijvoorbeeld in plaats van de gist, het deeg te willen zijn, verliezen ze aan waarde. Waar christenen overdrijven en verharden in hun standpunten, fundamentalistisch worden, gaan ze de verkeerde kant op, brengen ze dood, in plaats van leven, duisternis, in plaats van licht. Christelijke sekten, of milities als de soldaten van Jezus in Centraal-Afrika, zaaien terreur en dood… Maar behalve deze extreme voorbeelden kunnen we het ook dichter bij huis hebben over de verbitterde christenen die zonder hoop zich opsluiten in een negatief wereldbeeld, over christenen die zich angstvallig vasthouden aan de dingen van vroeger, want vroeger was alles beter… Zij zijn als het zout van de dode zee, het brengt geen leven… het is aan alle smaak voorbij.

Jezus zegt: ‘Jullie zijn het zout van de wereld, leer en ervaar hoeveel zout je nodig hebt om iets op smaak te brengen, zodat het gezond en toch smakelijk blijft, zonder het gerecht te verbrodden. Jullie zijn het zout, zorg dat je niet aan kracht verliest. Neem deze tijd, deze wereld af en toe maar met een korreltje zout, ga onbezorgd de toekomst tegemoet.’ Jezus zegt: ‘Ik ben met U tot het einde der tijden, wees dus niet bang. Geen duister zal sterk genoeg zijn om jullie licht niet toe te laten.’

Al is ons lichtje nog zo klein, het kan langzaam het donker verjagen.

Deze klomp zout mag van binnenuit zijn licht verspreiden.

Laten ook wij zo ons licht laten stralen, we hoeven het niet te verbergen, Jezus leert ons om niet bang te zijn, anderen mogen ons licht zien, wij hoeven ons daar niet voor te schamen… Wij zijn het zout en het licht in deze wereld, niet om te verzouten of te verblinden, maar om op smaak te brengen en te verlichten waar nodig…